Verslag 30
ADRIATISCHE MINI-CRUISE Week 26 (van 25 augustus tot 30 augustus)

Hallo,
Om 10 uur stipt ga ik van wal voor een bijna 24 uur durende boottocht van het Griekse Igoumenitsa naar Venetië. De eerste uren van mijn cruise geniet ik onder een staal blauwe hemel van een schitterend uitzicht op de Albanese kustlijn. Het doet goed, vooruit gaan zonder ook maar één trap te veel te doen, zeker als je weet dat het, zonder veerdienst, ‘stoempen’ geblazen was in de bergen van Albanië, Joegoslavië en Kroatië. Na enkele uren slaat dan toch de verveling toe. Het regent buiten en binnen is er op gokken, drinken en televisie kijken na, niets te doen. Gelukkig blijf ik deze keer gespaard van dronken Finnen die ooit mijn rust verstoorden. Hopelijk begint men in Finland niet met een reclamecampagne voor deze minicruise naar Venetië!

 

Tegen de avond begin ik met de planning van mijn nieuwe uitdaging namelijk de ‘Transalp’. Meer dan 50 bergpassen, waarvan er ruim 43 hoger zijn dan 2000 m, zijn samen goed voor een hoogteverschil van ongeveer 72000 meter: dat staat me de komende 6 weken te wachten.

Geen kajuit deze keer, dus besluit ik maar mijn bedje te spreiden onder de trap op de 11de verdieping. Dit lijkt misschien een te gekke keuze maar hier heb je tenminste geen last van discoverlatende opvarenden. ‘s Nachts is het gewoon wegdromen van opeenvolgende haarspeldbochten en bergflanken die er de komende weken zullen moeten aan geloven.

Een aankomst per schip in Venetië is natuurlijk een unieke belevenis. Vanaf het bovenste dek kan je namelijk genieten van een hemels uitzicht. Je kijkt er zowaar neer op de vele typische gondels, het Dogenpaleis en natuurlijk het wereldberoemde San Marco plein. Eenmaal aangemeerd trek ik met mijn immer zwaarbeladen trekkersfiets de stad in. Precies niet zo’n verstandige keuze, want wie Venetië ook maar een beetje kent zal weten dat de vele kleine steegje van elkaar gescheiden worden door honderden grachtjes. Een koud kunstje voor zij die beschikken over een gondelboot, maar voor mij betekent dit dat ik iedere keer met 50 kilo onder de arm de trapjes op en af moet.

Of ik tijdens mijn tocht ooit eens in de belangstelling heb gestaan? Wel, herstel maar eens een lekke band temidden de Japanners op het San Marco plein en je zult wel meteen weten hoe het voelt om in de kijker te lopen.

Ik verlaat de stad in noordelijke richting naar daar waar de bergen zijn. Er wordt meteen stevig doorgefietst, want morgen wacht me al een eerste Dolomietenklim: namelijk, de uit de Giro d’Italia bekende, Passo di Fedaia. Meer dan 2000 meter hoog, 15% recht bergop en dat met al die bagage, ik denk dat ik bij deze als bergbeklimmer gedoopt ben.

Ook de volgende dagen trek ik ten strijde op de flanken van één van mijn tien uitverkoren Dolomieten ‘passo’s’. Meestal gaat het recht op de trappers tot boven en dan als een baksteen naar beneden. Voor zij die het ook eens willen proberen hier volgen enkele van mijn favorieten: Passo di Pordoi, Passo de Sella, Passo di Rolle … Aan jullie de keuze!

 

©2002 iWEB